De opgraving 2016 (6-20 augustus) vond plaats in de gemeente Peer, in de Belgische provincie Limburg in Vlaanderen. De opgraving stond onder leiding van een ‘oude bekende’ van ons: archeologe Dr. Marleen Martens van het agentschap Onroerend Erfgoed (www.onroerenderfgoed.be). Voordat zij aan haar studie Archeologie begon, heeft Marleen zelf deelgenomen aan opgravingen van ‘onze archeologieclub’, om uit te vinden of de archeologie ook echt iets voor haar was. Vervolgens hebben we in 2001 en 2002 al onder haar archeologische leiding mee mogen werken aan de opgraving van de Gallo-Romeinse vicus en de tumulus in Tienen.
De opgraving lag op het Kempisch plateau, en dat betekende zandgrond. De opgraving besloeg ongeveer een hectare, die stuksgewijs opgegraven werden. Dat werd gedaan middels werkputten van 20 x 50 meter, die met de schop vlak werden geschaafd om de bodemsporen te kunnen lezen. Als een niveau zo in kaart was gebracht en digital was ingetekend op een overzichtsplan, gingen we een laag dieper met schaven. Zo gingen we dieper totdat we op maagdelijke onaangeroerde bodem terecht kwamen. Bodemsporen, dus verkleuringen van de bodem, die konden duiden op menselijk ingrijpen zoals het ingraven van palen voor huizen, hutten, haardvuren, greppels etc., werden gecoupeerd.
In het onderzoeksgebied zijn sporen gevonden uit alle tijden: de prehistorie, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen.
Lees hier meer over de opgraving en het kamp: Informatiefje Peer 2016